STAPPENPLAN INSTALLATIE TUNNELS

Lees hier het stappenplan om de infiltratietunnels correct te installeren.

 

1. Zorg bij levering voor voldoende materiaal voor laden en lossen van de tunnels.

 

2. Controleer bij de levering alle tunnelelementen en bijhorende onderdelen op beschadiging en of de bestelling compleet is geleverd volgens de leveringsdocumenten.

 

3. Verwijder voor plaatsing van de tunnels alle verpakkingsmaterialen en gooi deze bij het juiste type afval.

 

4. Voor elke tunnel geldt een minimale diepte die afgegraven dient te worden zodat de tunnels met benodigde fundering volledig in de uitgegraven geul passen én dat de voorgeschreven laag grond bovenop kan aangebracht worden. Verwijder alle puin uit de geulen.

IMG_0328

5. Leg geotextiel in de bouwput tot ruim over de rand. Let op dat er voldoende overlengte (min. 600mm) aanwezig is zodat na het plaatsen en aanvullen met grond de geotextiel over het infiltratiebed kan gelegd worden om indringen van slib te voorkomen.

 

6. Breng over het gehele bodemoppervlak van de bouwput (op het geotextiel), een door de ontwerper vastgestelde laag steenfundering aan en verdicht deze.

 

7. Breng over de gehele bodemoppervlakte een steenfundering van schoon gebroken hoekig gesteente met een korrelgrootte van 19 – 51 mm. Installatie Pluvio infiltratietunnels

 

8. Om uitspoeling van het gesteente te voorkomen, moet er dwars over de rijen, aan de inlaatzijde een hoeveelheid geotextiel uitgerold worden, waarbij deze voor ongeveer 3,5 tot 4 meter onder de elementen ligt.

20221027_085237

9. Leg het eerste element op de juiste plaats. Neem een tweede element en schuif dit onder het eerste element, waarbij dit laatste element aan het einde iets opgetild wordt. Plaats nu het derde element, waarbij het tweede element iets opgetild wordt. Ga zo door tot de hele rij gelegd is. Houd een afstand van 300 mm vrij tussen het element en de uitgraving en 150 mm tussen de elementen onderling.

20221027_085757

10. Bevestig de begin- en eindkappen. Eventueel kan deze met behulp van zelftappers aan het tunnelelement geschroefd worden.

 

11. Sluit de aan/afvoerbuis aan. (max aansluiting 600 diameter)

 

12. Vul de ruimte tussen de tunnelelementen aan met los gestort split (19/51) of een gelijkwaardig ander materiaal tot de vastgestelde hoogte (minimum 150 mm boven het tunnelelement). Tijdens het vullen dient er op gelet te worden dat er zowel links als rechts van de elementen nagenoeg evenveel materiaal gestort wordt. Door dit stapsgewijs aanvullen van het infiltratieveld, worden de elementen op hun plaats gefixeerd. Dit tussen de elementen aanwezige vulmateriaal hoeft niet verder verdicht te worden.

 

20221028_102415

12. Vul de ruimte tussen de tunnelelementen aan met los gestort split (19/51) of een gelijkwaardig ander materiaal tot de vastgestelde hoogte (minimum 150 mm boven het tunnelelement). Tijdens het vullen dient er op gelet te worden dat er zowel links als rechts van de elementen nagenoeg evenveel materiaal gestort wordt. Door dit stapsgewijs aanvullen van het infiltratieveld, worden de elementen op hun plaats gefixeerd. Dit tussen de elementen aanwezige vulmateriaal hoeft niet verder verdicht te worden.

62DD5DC2-A5B6-4324-B71D-1CB512B7CDE6

13. Klap het geotextiel over het vulmateriaal, waardoor het infiltratieveld wordt gesloten.

 

14. Werk de bodem af voor de beoogde toepassing van het terrein.

20221028_094510